vrijdag 14 maart 2008

Slotbeschouwing 'gerichte zoekstrategie'

Creatieve commentaar:

Bij deze zoektocht kunnen we een aantal dingen besluiten zonder dat we artikels gelezen. Ik heb ook echt geen enkel artikel gelezen, maar moest ik de tijd hebben dan zou ik het wel doen.

Het onderwerp vertrekt in de literatuur vanuit de relatie tussen klassieke genetica en moleculaire genetica [Hull 1972, Kitcher 1984, Schaffner 1993a]. Ondertussen is de moleculaire biologie in (bijna?) alle subdisciplines van de biologie doorgedrongen en vindt men het thema ook terug in betrekking met deze subdisciplines: neurobiologie [Schaffner 1993a, Bickle 2006], genoombiologie [Vicedo 1992], ontwikkelingsbiologie [Laubichler - Wagner 2001], gedragsbiologie [kort vermeld in Kitcher 1999], evolutiebiologie [Rosenberg 2006]. Al deze subdisciplines zijn gemakkelijk inhoudelijk aan elkaar te koppelen, maar bevatten telkens zeer verschillende manieren van aanpakken.

Ik heb de indruk dat het anti-reductionisme in de wetenschappen alleen maar sterker geworden is. Men lijkt steeds meer holistisch te werk te gaan. Getuige daarvan zijn o.a. '-omics' onderzoeksdomeinen (genomics - genoombiologie, proteomics - proteoomanalyse, glycomics, zie wikipedia) en wat men 'Systems Biology' noemt. Men zou bijvoorbeeld kunnen onderzoeken hoe reductionistische/holistisch deze grootschalige aanpak is. Hierin denk ik dat er weinig verschil is tussen de verschillende '-omics'-disciplines.

Ik moet zeggen dat ik vooraf niet verwacht had dat er over dit thema reeds zoveel gepubliceerd werd. Ik heb nu ook niet het gevoel dat ik een volledig zicht op de literatuur i.v.m. dit thema heb gekregen. Daarvoor zou ik mij bijvoorbeeld hebben moeten richten tot één van subdisciplines die hier werden aangehaald. Een breed overzicht heb ik wel gekregen. Op basis van deze verkenning zou ik een studie in het onderwerp inhoudelijk als volgt aanpakken:
1. Reductionisme in algemeen (en klassiek) wetenschapsfilosofisch perspectief. Dit heb ik in het blog volledig buiten beschouwing gelaten. Feyerabend en Nagel waren hier veel terug komende referenties (zie supra). Dit zou de noodzakelijke basis voor verder onderzoek moeten leveren. Ook metafysische relaties leggen, lijkt mij een must.

2. De klassieke literatuur i.v.m. reductionisme in de biologie (oudere publicaties van Schaffner, Hull en Kitcher): theorievorming, interlevel verklaringen etc.

3. Toespitsing op een bepaalde tak van de biologie. Als men kiest voor de neurobiologie zal men moeten overwegen of men de psychologie erbij neemt of men zich beperkt tot de biologie. De psychologie erbij nemen, maakt de zaak natuurlijk veel moeilijker hanteerbaar.

Onbesproken doch interessante referenties:

Algemeen wetenschapsfilosofisch (beide aanwezig in UA stadbibliotheek):

Feyerabend, Paul, "Explanation, Reductionism, and Empiricism", in: Feigl, H. - Maxwell, G. (eds.), Scientific Explanation, Space, and Time, Vol 3., Minnesota Studies in the Philosophy of Science, Minneapolis: University of Minnesota Press, 1962.

Nagel, Ernest,"The reduction of Theories", in: The Structure of Science, New York: Harcourt, Brace and World, 1961, 618 p. Een vereenvoudigde presentatie kan men volgens Kitcher 1984 vinden in hoofdstuk 8 van Hempel, Carl G., Philosophy of Natural Science, Englewood Cliffs, N.J.: Prentice Hall, 1966. Een heel interessante tip want deze zijn gemakkelijk in het Nederlands te vinden.

Recente artikels i.v.m. reductionisme en de biologie:

Kaufmann, Stuart - Clayton, Philip, "On emergence, agency, and organization", Biology and Philosophy 21 (2006), p. 501-512.

Morange, Michel, "Post-genomics, between reduction and emergence", Synthese (2006) 151, p.355-360.

Soto, Ana M. - Sonnenschein, Carlos,"Emergentism by default: A view from the bench", Synthese (2006) 151, p.361-376.

Met koppelingen naar de theologie:

Budenholzer, Frank E., "Some Comments on the problem of reducitonism in contemporary physical science", Zygon: Journal of Religion & Science 38 (2003) 1, p. 61-69.

Geen opmerkingen: