vrijdag 14 maart 2008

Whitehead als veelzijdig cultuurfilosoof in SMW

Referentie:

Whitehead, Alfred North, De natuurwetenschap in de moderne wereld, vertaling Jan van Rheenen, Utrecht: Het Spectrum, 1959, 210 p. (oorspronkelijke uitgave: Science and the Modern World, London: Cambridge University Press, 1925).

Whitehead, Alfred North, Science and the Modern World, New York, NY: The Free Press, 1967, 212 p. (oorspronkelijke uitgave: London: Cambridge University Press, 1925).

Informatief extract:

"Alfred North Whitehead's Science and the Modern World, originally published in 1925, redefines the concept of modern science. Presaging by more than a half century most of today's cutting-edge thought on the cultural ramifications of science and technology, Whitehead demands that readers understand and celebrate the contemporary, historical, and cultural context of scientific discovery. Taking readers through the history of modern science, Whitehead shows how cultural history has affected science over the ages in relation to such major intellectual themes as romanticism, relativity, quantum theory, religion, and movements for social progress."

[achterflap SMW]



Creatieve commentaar:

Ik wist niet dat er een Nederlandse vertaling bestond van SMW. De vertaling is wat stug en gedateerd, maar toch bruikbaar om snel meer vat te krijgen op passages die iets minder duidelijk zijn in de oorspronkelijke versie. Het Engels uit 1925 klinkt echter veel vlotter en actueler dan deze vertaling uit 1959. Dit kan je zelfs merken aan de vertaling van de titel. Het zou dus jammer zijn dit boek in deze Nederlandse vertaling te lezen. Je kan bijvoorbeeld deze vertaling vergelijken met de vertaling die Jan Van der Veken van het 12de hoofdstuk maakte (zie God en wereld : basisteksten uit de proces-theologie). Deze vertaling is veel vloeiender.

Ook dit boek behoorde tot de collectie van Wildiers. Ik vond er een krantenartikel in met de titel "The Only 'Big Bang' in Universe" uit de San Francisco Chronicle van 16.12.1974. Dit moet Wildiers ongetwijfeld gelezen hebben in de periode dat hij in San Francisco zat. Op de inhoud zal ik niet ingaan, maar het is wel speciaal om zulke dingen te vinden. Ook hier zijn de aanduidingen in het boekje zelf erg beperkt.

Ik ben pas begonnen met het lezen van het boek in het Engels. Ik vind het boeiend. Het eerste hoofdstuk doet me denken aan de cursus "Evolutie van het wetenschappelijk denken" die ik in Leuven van Geert Vanpaemel kreeg. Ook Whitehead verwijst naar de Chinese cultuur. Vanpaemel verwees naar Joseph Needham (1900-1958) als 'ontdekker' van het belang van wetenschap in de Chinese cultuur. Het werk van Needham lijkt me echter na of gelijktijdig met dat van Whitehead te zijn geschreven. Waar haalde Whitehead zijn mosterd vandaan voor dit korte stukje?

Het boek is veel toegankelijker dan 'The Concept of Nature' en tot hier toe een echte aanrader. Een interessante opmerking die Whitehead in het eerste hoofdstuk maakt, is dat de wetenschappelijke revolutionisten in vergelijking met de protestanten er vrij goedkoop vanaf zijn komen. Naast de terechtstelling van Bruno en de veroordeling van Galileo is er weinig drama te vinden. Als je dit vergelijkt met de godsdienstoorlogen en vervolgingen van die tijd, is dit een echt bloedbad, zoals Whitehead schrijft.

Na het eerste hoofdstuk The Origins of Modern Science behandelt Whitehead de rol van de wiskunde en ook de begrippen tijd en ruimte in die wetenschappelijke revolutie. Whitehead beschrijft hier niet slecht, hij geeft ook kort een oordeel bij al die ontwikkeling. Whitehead doet een aantal opmerkelijke uitspraken in dit hoofdstuk. p. 23: "The theory of Induction is the despair of philosophy-and yet all our activities are bes upon it.", p.24 "Each generation critisises teh unconscious assumptions made by its parents." Tegen het einde van het hoofdstuk:"We are entering upon an age of reconstruction, in religion, in science, and inpolitical thought." (p.34) Op p. 36 tot slot:"The field is now open for the introduction of some new doctrine of organism which may take the place of the materialism with which, since the seventeenth century, science has saddled philosophy."

Hoofdstuk 3 The Century of Genius handelt over het inductieprobleem en metafysische vooronderstellingen in de fysica van Newton. The 'Fallacy of Misplaced Concreteness' (p. 51) die Whitehead aanwezig stelt in het nieuwe wetenschappelijke denken. De discussies met Hume, Locke en Descartes komen aan bod.

Hoofdstuk 4 The Eighteenth Century gaat verder in op de kritiek op simple location en The Fallacy of Misplaced Concreteness. In dit hoofdstuk wordt Whitehead metafysischer in vergelijking met het vorige. Whitehead gaat kritisch in op de triomf van het materialisme en kort ook op de wetenschapsvreemdheid van het idealisme. Locke en Berckeley leveren de voedingsbodem om tot een andere metafysica te komen. Om de problemen met simple location te vermijden vertrekt Whitehead vanuit de waarneming: perception en leidt uiteindelijk naar een organic conception of nature waarin niet de uitgebreidheid maar het event centraal staat. De grond voor het procesdenken is gelegd: "Thus nature is a structure of evolving processes."



Geen opmerkingen: